Dan toch gelijk maar een partnercontract

In de Leeuwarder Courant van zaterdag 24 april stond onderstaand artikel, geschreven door Ines Jonker en Elizabeth Vogelzang, over het hebben van een geliefde over de (verre) grens tijdens corona.

Het is bijna anderhalf jaar geleden. Als Riekele Brinkman (23) zich bedenkt dat het december 2019 was dat hij zijn lieve Claire Lovedee (22) voor het laatst in zijn armen had, dan klinkt dat net zo ongelofelijk als het in werkelijkheid is. “En dan te betinken dat it noch wol in jier duorje kin foar’t wy wer byelkoar binne.” Het is om tegen de muren op te vliegen. Zijn Australische vriendin zit aan de andere kant van de wereld, op 17.000 kilometer afstand opgesloten in haar land.

Riekele leerde Claire in 2012 kennen via het gamen. “Wy diene itselde kompjûterspultsje en sieten tafallich byelkoar yn it team.” Hij op zijn kamer in Surhuizum, zij vanachter een scherm in een Australisch stadje vlak boven Sydney. De twee zochten elkaar op via een gameplatform “om gewoan noch wat te praten. Nei in pear jier wienen we noch oan it praten.”

Elkaar ontmoeten was na al dat gechat misschien ook wel gezellig. En zo kwam het dat Claire in juli 2018 opeens naast hem zat in Surhuizum. Sindsdien is het dikke mik. Riekele vloog al drie keer haar kant op en Claire net zo vaak naar hem. De 23 reisuren die ze nodig hebben om elkaar te bezoeken, vallen in het niet bij de zalige weken en soms maanden samen.

Voorheen zagen ze elkaar soms twee of drie maanden niet. “Dat fielde al lang, mar is achterôf in makje”, zegt Riekele over de coronaklem waarin hij nu zit. Contact bestaat nu uit een dagelijks videobelletje via WhatsApp. Het tijdsverschil is een crime, vindt Riekele. “As ik op bêd gean, is sy krekt wekker en oarsom. Tiid om mei-elkoar te praten is lestich.”

Met foto’s en berichten vertellen ze wat ze doen en beleven. Riekele stuurt regelmatig kaartjes en cadeautjes en dozen vol lievigheid. “Ynkoarten hat se har jierdei, dan stjoer ik har ek wer in pakketsje.” Hij stopt er dikke repen Milka-chocola in (“dêr is se gek op’’) en een T-shirt met een afbeelding van het Meisje met de Parel. “Se is hielendal fan fan it skilderij. Doe’t se hjir wie, hawwe we nei it Mauritshûs west om it te sjen.”

Maar dat is het. Dat hij ‘zijn’ parelmeisje gauw weer in de armen kan sluiten, blijft voorlopig een droom. Hij mag Nederland wel uit en zij komt er hier wel in. Australië is het probleem, dat houdt de grens potdicht in de hoop het virus zoveel mogelijk buiten de deur te houden. Daar wordt niemand zonder geldige reden toegelaten en mogen inwoners het land ook niet zomaar uit.

Riekele heeft zijn hoop gevestigd op versoepeling nu wereldwijd de vaccinatie op gang is. Maar de Aussies doen rustig aan. Het virus is daar redelijk onder controle. De druk om iedereen zo gauw mogelijk in te enten, is er niet zo. Terwijl Riekele denkt: “Alsjeblieft, prik troch.” Op zijn vroegst is Claire in december gevaccineerd.

In de hoop eerder wat schot in de zaak te brengen, willen Riekele en Claire zich in Australië laten registreren als partners. “Dan hast offisjeel in relaasje en kinst elkoar earder sjen.” Tot die tijd probeert hij de dagen “wat troch te kommen”. Hij helpt zijn vader op het melkveebedrijf in Kollumerpomp. Dat verzet de zinnen. Claire doet hetzelfde met haar werk in een kledingwinkel en haar eigen sieradenbedrijfje.

Zodra hij haar stem hoort of haar lieve lach op z’n telefoonschermpje, “dan is it wol wer goed.” Maar wat mist hij haar: “Fan de earste dei ôf fielde it goed. Wy ha noait in ferkeard wurd tsjin inoar sein.” Maar als hij ’s avonds alleen in bed kruipt, bijt het gemis. “Ik soe wolle dat se wat by my omstrúnt. Wat dom praat. Tegearre binne dingen safolle leuker. Mar dat kin samar noch in jier duorje.”

surhuzum.nl multimedia
surhuzum.nl multimedia